72. Van Mount Cook naar Invercargill

Zoals beloofd, eerst een stukje over wat we hier meemaken in het algemeen. Omdat de kerst net achter de rug is en het dus goed is om even wat minder te willen eten, is het onderwerp voor deze keer Road kill. Ik had al op internet gelezen dat we veel dode dieren op de weg zouden tegenkomen, maar het is ook echt zo. Natuurlijk rijden we ook veel kilometers, dus we zien ook veel wegdek, maar in Nederland zijn we ook best wat op de weg. Het blijft altijd weer vervelend om te worden geconfronteerd met een beest dat eens vast heel mooi was, maar nu uit elkaar gereten, bloederig en plat is. We zien ook dat dit vaak een “possum” (in het Nederlands opossum)is. Hier in Nieuw Zeeland hebben ze een enorme hekel aan deze beesten. Ze zijn een echte plaag, knauwen alles kapot. Van nature kwamen ze hier ook niet voor, maar voor hun pels zijn ze binnengebracht. Zo zie je maar: bont willen dragen heeft veel nadelen. 

Maar goed, wij vermoeden dat het ook niet de slimste beesten zijn. Op een gegeven moment zou je als soort toch moeten leren dat je niet bij rijdende auto’s in de buurt moet komen…. En naast deze possums, zien we helaas ook de nodige konijnen, eekhoorn en nog meer onbekende lijkjes op de weg. Wij hebben gelukkig nog geen grote dieren geraakt (zover we weten dan), maar kleine vliegende beesten hebben we in alle soorten en maten tegen onze voorkant aangeplakt gehad. Regelmatig gaat de borstel over de ruit en voorkant, maar na een klein stukje rijden zit er al weer een druipende, natte plek op de ruit. Liefst mikken ze precies in je gezichtsveld zodat je de hele weg naar de gevolgen van de moordpartij moet kijken…. 

——-

 Op vrijdag 21 december gaan we weer een stukje verder. Na al dat moois bij Mount Cook zijn we weer heel benieuwd wat Nieuw Zeeland nog meer voor ons in petto heeft! We gaan op weg naar Kurow. Dit plaatsje (lees: gat) staat niet op ons verlanglijstje, maar er zijn heel weinig overnachtingsmogelijkheden in deze streek. We kunnen kiezen uit een parkeerplaats van een motel of bij de schapenboer. We kiezen voor het laatste, een FarmStay heet dat hier. We worden vriendelijk onthaald en mogen ons installeren in de wei naast de schapen. De boerin vertelt nog lachend dat de schapen misschien nog wel even bij ons komen staan. Wat gezellig, denken we dan nog! Het regent weer, maar we besluiten om gewoon naar de Olifantenrotsen te gaan. Dat is een stukje rijden met Jantje door een heel mooi landschap. De omgeving lag vroeger onder de zeebodem, maar is door alle bewegingen in de aardkorst omhoog gekomen. De Olifantenrotsen zijn daar een overblijfsel van, maar er zijn veel meer rotsformaties en fossielen van zeedieren te zien. 

De rotsen lijken zeker niet allemaal op olifanten, maar ze zijn wel zo groot als olifanten en ook mooi rond. Juist we als komen aanrijden wordt het droog en zo kunnen we even goed rondlopen. Daarna gaan we op weg naar de stenen langs een rivier die zouden “ratelen” als je ze schudt. Dat lijkt me heel leuk! We krijgen de locatie alleen niet gevonden en daarbij is het beginnen te gieten. Niet echt weer om stenen te zoeken. We laten het erbij en gaan weer naar Lange Jan. Die staat weer alleen in de wei. Aangesloten op de stroom, laten we het maar gebeuren vanavond en gaan lekker achter de laptop zitten. 

Olifantenrotsen

Eric heeft ontdekt dat er bij de reparatie van Lange Jan een moer niet is teruggeplaatst. Dat is (wederom) slecht nieuws, want zonder die moer zou de reparatie zomaar weer teniet gedaan kunnen worden. Dat zou wel heel zuur zijn, zowel van het geld als de tijd die we achter de garage hebben gewoond. De dichtstbijzijnde stad is Oamaru en die stond sowieso op ons verlanglijstje om te gaan bezichtigen. Na het ontbijt wordt Jantje weer gestart en gaan we op weg. Eric heeft goed onderzocht welke maat hij wil hebben en via-via vinden we een moerenwinkel. We kopen de moer en de sleutel om deze te bevestigen: Klaar! 

Ik heb weer een aanbieding op internet gevonden. Er is in deze stad een gebouw dat SteamPunk HQ (HeadQuarters) heet. Hier staat een hoop SteamPunk kunst tentoongesteld. Van oude voorwerpen als auto’s en machines wordt kunst gemaakt door de kunstenaar. En niet zomaar kunst, maar hier zijn ook dingen waar je aan mag komen. Er is een orgel dat gekke geluiden maakt en dat orgel mag je gewoon bespelen. Ook een doolhof van buizen, een licht met geluidshow etc. Het is niet heel groot, maar precies zo groot dat het leuk blijft. Eric vindt het prachtig om te onderzoeken uit welke onderdelen een nieuw object is opgebouwd. We zijn dus al gauw een dik uur zoet voor EUR 4,- pp. Verder zou in de stad nog veel historische gebouwen moeten kunnen bewonderen. Helaas voor Oamaru, hebben wij een hele zomer op Sicilië steden bezocht en hierbij valt Oamaru dus helemaal in het niet. Niet getreurd, we gaan we terug naar Lange Jan. Regen natuurlijk en de schapen staan nu voor langere tijd bij ons in de wei. We vermoeden dat ze graag droog gras eten, want ze doen alle moeite om de stengeltjes vanonder Lange Jan te pakken te krijgen. Hierbij schudt de bus soms flink omdat ze er tegenaan staan te duwen. Uiteindelijk besluit ik dus dat de “Battle with the Sheep” is begonnen. Elke 10 minuten gooi ik de busdeur open en roep heel hard “KSSSTTTT”. Dat maakt indruk en dan stormen ze er weer vandoor. Ik probeer ze duidelijk te maken dat een neutrale, schaapvrije zone om Lange Jan DE manier is om samen te leven hier in de wei. Uiteindelijk lijken ze dat te begrijpen, of ze gaan gewoon slapen, een van de twee. 

SteamPunk HQ in Oamarata

De volgende ochtend, zodra we wakker zijn, hopsen we tussen de schapenstront door om Jantje aan te koppelen. We ontbijten niet eens, we willen weg! Kunnen dat ge-BÉÉÉ niet meer horen (was de “Revenge of the Sheep”). Even stoppen bij de boerderij om te betalen, maar we mogen niets betalen omdat we een nacht tussen de schapen hebben moeten staan. Dat vinden we heel terecht en stuiven er vandoor! 

Schaapjes in de regen, in de wei bij Lange Jan

We stoppen niet totdat we bij Mouraki Boulders zijn. Dit zijn grote ronde stenen die alleen bij eb te bewonderen zijn aan het strand. Eenmaal op de parkeerplaats, gaan we eerst ontbijten, zonder het geluid van onze aartsvijanden: zalig! Dan op pad naar de stenen. Op het eerste gezicht vallen ze een beetje tegen, maar als we het wat tijd geven zien we toch wel heel bijzondere exemplaren op het strand. Toch goed dat we gestopt zijn. We rijden verder naar Shack Point. Dit is een uitzichtpunt dat geweldig mooi moet zijn. Er gaat een smal weggetje naar toe en op het eind is gelukkig een parking waar we kunnen draaien met onze auto-caravaan. Moeten we wel even een Duitser voor van zijn plekje jagen, maar hij vindt het gelukkig  niet erg. Het uitzicht is mooi, maar we hebben mooier gezien. Even rondkijken en weer verder. We gaan naar de stad Dunedin, naar een echte camping voor de rust, een douche en kerstmis. Als cadeautje krijgen we er onbeperkt internet bij en we zijn gelukkig.  

Moeraki Boulders

Het is de zondag voor kerst en we hebben nog een missie. De moer die we hebben gekocht blijkt namelijk niet te passen. Dat was heel erg balen, maar met balen los je niets op. Eric vermoedt dat het een Toyota specifieke moer is en is erg bang dat we hier gezien de kerst- / vakantieperiode moeilijk aan kunnen komen. Ter voorbereiding heeft hij een lijst met autosloopbedrijven opgesteld en een lijst met auto’s die dezelfde moer moeten hebben. Misschien dat er zo’n auto op de sloop staat en dat we daar de moer af kunnen draaien. Morgen is het maandag, de dag voor kerst, en we hopen dan nog een sloper te vinden die geopend is. Voor vandaag gaan we vast op onderzoek uit. Als we dan met de lunch terug zijn op de camping, bedenkt Eric dat hij misschien toch een standaard moer kan proberen. Er is een grote bouwmarkt op 5 minuten rijden, dus hij gaat er op af. Hij blijft best lang weg en als hij dan terug is, is hij helemaal blij. Bij de Bouwmarkt, waar hij alleen een moertje wilde kopen voor het passen en bepalen van de maat, bleken ze de echte goede moeren te hebben: een hele lade vol! Hij heeft een paar maten meegenomen en er past er inderdaad een!!! Wat een feestje zo net voor de kerst!  

De testrit moet tot morgen wachten want we hebben een rondleiding geboekt in een groot oud herenhuis: “Olveston”. We zijn de enigen, dus krijgen een privé-gids. Deze dame weet ontzettend veel van het huis, het gezin dat er gewoond heeft (4 personen met 7 personeel) en de kunst die aanwezig is. Als ze hoort dat wij uit Nederland komen, wijst ze de Nederlandse stukken aan voor ons. Het is een geweldig leuke rondleiding, we hebben veel geleerd en zijn veel verrast door “moderne” snufjes die in het huis waren verwerkt. Ik mocht geen foto’s maken binnen, maar op de website kun je een virtuele tour maken als je wilt: www.olveston.co.nz. 

Het is prachtig weer en op kerstavond steken wij de BBQ aan! Een lammetje lijkt ons zeer op de plaats, zeker nu we als winnaars uit de wei zijn gekomen. Nieuw Zeelands wijntje erbij: laat die Kerstman maar komen. 

BBQ op kerstavond

Ons traditionele kerstontbijt wijkt dit jaar op 2 punten af: We zitten lekker buiten in de zon in ’t shirt met korte broek en we eten “plekbrood” ipv knapperige puntjes. Met onze Rudolph-the-red-nosed-raindeer placemats zit de sfeer er helemaal in. Toch moeten we even terugdenken aan onze rondleiding van gisteren. De gids vertelde dat ze eens met de kerst in Europa was en toen snapte ze het kerstgevoel, “it made sense”. Het feest van het licht, maakt toch meer indruk als het buiten donker is en koud. 

Omdat wij elkaar heel leuk vinden, maar de hele dag naar elkaar zitten kijken omdat het kerst is, niet echt weten te waarderen, gaan we gewoon door met ons programma. Na een zeer succesvolle testrit met Lange Jan (Joepie!!!), gaan we het schiereiland Otago bezoeken. Hier is een wandeling die via de Chasm naar de Lovers Leap gaat. De autorit is al mooi en de wandeling heeft heel mooie uitzichten. Met het schitterende weer is het echt fijn om lekker op pad te zijn. Als we later terug zijn op de camping lopen we nog even naar het gigantische strand. De kerst duurt hier maar 1 dag, dus dat is nu ook weer klaar! 

Otago Peninsula, schiereiland bij Dunedin

Tweede kerstdag, is hier dus geen kerst maar Boxing Day. We hebben gehoord dat dit een heel drukke dag is en dat je verkeerstechnisch beter niet teveel kunt bewegen. We blijven dus nog een laatste dagje op de camping staan. Wel nemen we Jantje mee naar de stad Dunedin zelf, daar zijn we immers nog niet geweest. Dunedin is de trotse eigenaar van de steilste straat ter wereld, Baldwin Street. Als we er eenmaal zijn, zien we dat we niet de enigen zijn die dit wel eens willen controleren. Bussen…. Maar goed, we zijn er nu, dus we lopen de straat op en af en het is wel heel grappig om te zien.  

 

Baldwin Street in Dunedin, steilste straat van de wereld

 

Eenmaal bijna beneden vraagt Eric of ik de autosleutel heb. Nee, hij heeft hier naar toe gereden, dus nee. Ineens in volle galop dendert Eric het steilste straatje ter wereld af. Als ik dan ook bij Jantje kom, kijkt ie wat beteuterd door het voorraampje naar het contactslot. Daar zit de sleutel en de deur zit stevig dicht. Maar niet getreurd, de oplossing is ook al bedacht: in een van de series die we recent hebben bekeken op de laptop (Better Call Saul) wordt een auto opengemaakt met een stukje touw. Je duwt het portier een beetje open, zodat het touw, met een lusje erin, naar binnen kan. Door aan beide uiteinde van het touw te trekken (zachtjes! Anders gaat het lusje eruit), probeer je het touw omlaag te bewegen, zodat het lusje om het deurknopje komt. Als dat lukt, trek je het lusje strak en trek je zo de deurknop omhoog. Dus…. of ik even de veter uit mijn schoen wil halen….. 

Eric is volop aan het prutsen. Hij wil het even proberen, voordat ik de Wegenwacht bel (mijn oplossing). Daar zijn we immers lid van, dus die kunnen dit vast voor ons regelen. Bovendien hebben we nog een reservesleutel in Lange Jan liggen (ongeveer 10 km verderop). Ik laat hem even. Wat vooral opvalt is natuurlijk weer de behulpzaamheid van de Nieuw Zeelanders. Binnen 2 minuten stopt er iemand. Hij belooft over 5 minuten terug te zijn met wat gereedschap. Eric knikt en friemelt verder. De man komt inderdaad weer terug en gaat met nogal wat lompe kracht onze Jantje te lijf. Ik kijk het even aan en dan stuur ik die man vriendelijk weg met de woorden “Ik bel de AA wel even” (maar dan in het Engels natuurlijk, anders snapt die man het zeer waarschijnlijk niet). Hij kijkt opgelucht, want hij had ook wel in de gaten dat Jantje niet zomaar een auto is. Het is natuurlijk een superauto en die heeft de superkrachten van de AA nodig.  

Eric mag het ijzerdraadje houden waarmee Jantje al geplaagd was door de man. Hij gaat nog even door, maar met wat meer tact dan die man. Ik bel ondertussen de AA. Tijdens dit telefoontje van ongeveer 5 minuten, komen er nog 2 mensen hulp aanbieden. Hier verbazen wij ons wel een beetje over. Niemand vraagt of deze auto eigenlijk wel van ons is. We krijgen veel tips voor het openbreken van een auto, wat ook weer de vraag doet rijzen: hoeveel autodieven wonen er in Dunedin? Een van de mannen blijkt ook nog een plaatselijke beroemdheid: hij is de steilste straat (die 350 meter lang is en een stijgingspercentage van 19% heeft) 30x achter elkaar op en af gerend op z’n 60e verjaardag, binnen een uur. Zo worden we vermaakt tot de AA er na 20 minuten is. Binnen 2 minuten is de auto open. Ook hier hoef ik alleen mijn AA-pasje te laten zien, niet de autopapieren. We zijn helemaal blij en kunnen weer op pad.  

Eerste Hulp voor Jantje

Het centrum van Dunedin is de moeite van een korte rondwandeling waard. We bezoeken ook het Early Settlers Museum, waar we meer te weten komen over de eerste Europese mensen die zich vestigden in Nieuw Zeeland. Dan roept Lange Jan dat de erg verlate lunch klaar staat en gaan we nog even relaxen in het zonnetje op de camping. 

Donderdag de 27ste gaan we door, naar een streek verder Zuid: The Catlins. We vinden een golfbaan waar we mogen staan, installeren ons en trekken een stukje verder met Jantje. Omdat het plekbrood blijkbaar ook een houdbaarheidsdatum heeft (groene plekrandjes zien er niet appetijtelijk uit), lunchen we met een hamburger in het dorpje. Dan zijn we klaar voor NuggetPoint, een mooi uitzichtpunt met vuurtoren, de Purakaunui Falls (waterval) en Jacks Blowhole. Alles is even prachtig! We moeten ook telkens een stukje wandelen voor we bij het natuurwonder komen, dus die hamburger is snel opgebruikt. De kleine buien zijn al een tijdje weggetrokken, dus we genieten nog even lekker van de zon op onze privé golfbaan. 

Na het ontbijt en weer een hele 30km rijden, parkeren we Lange Jan in Papatowai. Hier is een camping die wordt beheerd door de Department Of Conservation (DOC). Dit is de eerste keer dat we zo’n camping bezoeken. “Beheren” wil in dit geval zeggen dat ze het terrein onderhouden, maar is geen actief toezicht op de camping. Er zijn ook geen plaatsaanduidingen of afscheidingen. We zien dus Nieuw Zeelanders die 3 enorme partytenten naast elkaar geplaatst hebben. Hierin staan meerdere bankstellen en relax-stoelen, er is een keukengedeelte (met koelvriescombinatie) en een eetgedeelte. Alles gecompleteerd door 2 houtkachels. Waar ze slapen, is ons niet duidelijk. De campingprijs is een prijs per persoon, dus we denken dat ze een heel mooie familievakantie hebben, van alle gemakken voorzien voor erg weinig geld. 

Jantje zet zijn 4-wiel-aandrijving in op het strand, dat mag hier gewoon!

Er is ook nog genoeg plek voor onze bus, dus we parkeren en gaan weer door met Jantje. Alle bezienswaardigheden in The Catlins liggen aan de Scenic Highway. Echter allemaal aan kleine zijwegen van deze Highway en deze zijwegen zijn bijna allemaal onverhard. Beter dus om Jantje hiervoor in te zetten. Vandaag staan de McLean Falls (hoogste waterval van NZ) en Tautuku Beach op het programma. Het gaat heel voortvarend en voor de wat late lunch zijn we al weer terug bij Lange Jan. We maken hier voor het eerst kennis met de beruchte sandflies. Dit zijn kleine vliegjes (ong. 3 keer een fruitvliegje) die je bijten en bloed opzuigen, net als muggen. Het jeukt ook flink, net als muggen. Maar gelukkig zijn er hier niet zoveel. Aan de westkant van het eiland zullen we er vaker meer van doen krijgen. Na een ijsje en een BBQ zijn we weer klaar voor ons bedje. 

McLean Falls, hoogste waterval van Nieuw Zeeland

Tautuku Beach

We gaan wederom een 30 km verder, naar Niagara. Ja, net als de bekende watervallen. En ook hier hebben ze een waterval, waarschijnlijk de kleinste ter wereld: we vinden de ironie erg grappig. Wij gaan echter op een freecamp staan bij de zee. Het is prachtig hier. De zee komt ver het land in met vloed, dus over enkele uren kijken we uit over een zandvlakte. Daar gaan we niet op wachten. Jantje brengt ons naar Slope Point, het meest zuidelijke punt van het ZuiderEiland. Hier ontmoeten we Nederlanders en kletsen we even lekker bij. Daarna naar Waipapa Point. Prachtig uitzicht met een vuurtoren. We hadden alleen verwacht om ook een gezonken schip te zien, maar dit was blijkbaar een misverstand. Dan terug richting Lange Jan, naar Curio Bay. Hier is een versteend bos, het grootste in zijn soort, te zien bij eb. Heel, heel, heel lang geleden is binnen een paar maanden een heel bos volledig onder as en ander spul verdwenen. Omdat het zo snel is gegaan, is er nog veel van te zien. Je mag er gewoon overheen lopen (de bomen staan niet meer rechtop, zijn wel omgevallen tijdens het proces) en zelf ontdekken.  

Versteend hout bij Curio Bay

SlopePoint, het zuidelijkste puntje van het ZuiderEiland

Die avond gaan we weer terug naar dit versteende bos. Maar nu om iets heel levends te bekijken: Pinguïns! De zeldzame yellow eyed pinguin komt hier bij zonsondergang uit de zee om naar hun nest (met jonkies) te waggelen om het diner te bezorgen. Het lijkt ons supergaaf om de pinguïn in het echt te zien. We zijn dan ook te vroeg, maar beter te vroeg dan te laat. Er zijn natuurlijk meer mensen en er is een touw neergelegd waarachter je moet blijven. De pinguïns mogen natuurlijk niet gestoord worden. Als ze zouden schrikken, gaan ze terug naar zee en hebben de kleintjes geen eten die avond. Nooit goed!  

We wachten en wachten en dan opeens staat er een pinguïn op de rots. Hij (of zij?) staat gewoon te poseren! Eerst de voorkant, handjes ophoog, een handje omhoog, omdraaien, handjes omhoog…. Minutenlang de gelegenheid om foto’s te maken en ook gewoon te kijken naar dit beestje. Een mevrouw van de natuurbescherming is er ook en vertelt dat wij wel veel geluk hebben met al deze fotokansen. Normaal gesproken hupsen ze vlug voorbij. Wat bijzonder! 

Pinguïn!!!!

Weer een nieuwe dag, weer een stukje verder. Niet heel goed geslapen, want het is flink gaan waaien vannacht. We verlaten The Catlins en gaan naar de stad Invercargill. Hier kunnen we weer even boodschappen doen, onze mails bekijken (geen internet en geen telefoonbereik in een groot deel van The Catlins), wasje doen enzo. Maar het allerbelangrijkst: oliebollen bakken. Morgen is het Oudjaar en Eric bakt de afgelopen 33 jaar, elk jaar oliebollen. Hij ziet geen reden om dit jaar deze traditie te breken, dus we gaan vandaag op pad voor de ingrediënten en benodigdheden. We staan op een echte camping en ook deze heeft een keuken met spullen die je mag lenen. Heel fijn! We doen ons boodschappenrondje en zijn er dan helemaal klaar voor: 

Oudjaarsdag! Normaal hebben we pakken vol Koopmansmix voor de oliebollen klaar staan. Schijnen ze hier niet te kennen. Wij hebben dus bloem, melk, gist, eieren enzo. We hopen dat het allemaal goed zal rijzen…. en dat doet het! Rond 11:00 uur staat Eric op de geleende brander, in een geleende pan met geleende schuimspaan zijn oliebolletjes te bakken. Glunderend ziet ie dat het heel goed gaat en tevreden zet hij zijn tanden in de nauwelijks afgekoelde eerste lading. Een lach zo groot dat de poedersuiker achter zijn oren verdwijnt, geeft aan dat de smaak naar behoren is. Kortom: Oliebollen is Nieuw Zeeland zijn een feit. En dat horen ook de andere Nederlanders op de camping en ook de locals hier willen die Typical Dutch ballekes wel eens proeven. Kortom: we hebben wederom traditiegewis 75% van de gebakken oliebollen niet zelf opgegeten. Maar wel weer veel vrienden gemaakt! Gelukkig Nieuwjaar!!!

Oliebollen bakken op de camping

  1. Marijke

    Gelukkig nieuwjaar, waar dan ook!!!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén