Op 23 juli gooien we na het middaguur los bij de haven van Oeiras. We hebben de bakker nog een bezoekje gebracht, want we hopen dat we genoeg wind hebben om een nachtje door te varen en zo in Lagos aan te komen. De wind is prima en de deining valt nog mee. Maar hoe verder we komen, hoe hoger de deining wordt. Veel geschommel op de boot. We proberen de koers wat bij te stellen, maar niets schijnt te helpen. Je wordt hier erg moe van en omdat is voorspeld dat de wind in de nacht wel eens helemaal kan wegvallen, besluiten we een tussenstop in te lassen: we gaan naar Sines. Hier komen we rond 23:00 uur aan, maar onze buren staan toch klaar om een lijntje aan te pakken en we liggen dus binnen no-time lekker in ons bedje.

Het is wel vreemd om ’s morgens je hoofd uit het luik te steken en dat je dan eigenlijk pas ziet waar je naar toe gevaren bent. Hoe meer zuidelijk we komen, hoe kaler het wordt. Ook wordt het landschap vlakker, minder heuvels / bergen. Natuurlijk wordt het ook warmer. Onze bimini (een stuk doek dat je boven de kuip van de boot kunt spannen om de zon te weren) is onze grootste vriend!

En we moeten natuurlijk weer een bakker zoeken! Na al de verwennerij van brood-op-de-boot in Oeiras, moeten we ’s morgens weer aan de wandel. Maar ook wel weer fijn dat je het brood uit kunt kiezen waar je zin in hebt. We doen lekker rustig aan en besluiten om nog een extra nachtje te blijven. Die dag gaan we even rustig Sines bekijken.

Sines

Sines

Het wordt uiteindelijk toch een drukke dag. Nog in de ochtend worden we uitgenodigd voor een kopje thee bij onze Engelse buren. Zij zijn al 16 jaar aan het varen en de hele wereld rond geweest. Erg leuk om te horen en de tips en trucs vliegen ons weer om de oren. Hoewel dat altijd fijn is, kan het ook verwarrend zijn. Iedereen gooit zijn / haar ervaringen over je heen. En de een vindt dit, de ander dat. Wij trekken dus maar ons eigen plan. Het is altijd wel erg gezellig om even wat te kletsen onder het genot van een echt Engels kopje thee.

Een plekje verder ligt een Nederlands schip. De eigenaar komt ook even langs. Hij heeft problemen met zijn motor en ligt hier nu in Sines om de reparaties te kunnen (laten) doen. De man is 81 jaar en alleen op pad: respect! En hij vindt het heel fijn om even met Eric te kunnen sparren over de ins & outs van de motor. Internet is nog geheel onbekend terrein, dus Eric helpt hem ook door wat informatie op te zoeken. Eind van de middag gaan we even bij hem op de borrel en wordt het erg gezellig. We krijgen volop verhalen te horen over zijn leven. Rond 23:00 uur kruipen wij ons eigen bootje weer op en slapen prima!

De dag erop gaan we weer vertrekken. We hebben geen haast, want de Cabo Vicente (het hoekje om bij Portugal richting de Straat van Gibraltar) wil je liefst tussen zonsondergang en zonsopgang passeren. Het kan er ontzettend onstuimig zijn, dus goede voorbereiding en planning is een must.

Helaas hebben wij naar de Cabo toe weinig wind, maar ook weinig golven. Dus op de motor pruttelen we richting de Cabo. Net na zonsondergang komen we, dus zonder zeilen aan bij de Cabo. En waar we daarvoor nog windkracht 1 – 2 hadden, zitten we binnen 20 minuten op 6 – 7. Maar de windrichting is gunstig voor ons, dus wij zetten nu juist een zeiltje bij (niet allebei!). De golven zijn wat rommelig en klotsen door elkaar, maar zijn niet hoog en we komen prima om de Cabo heen. En omdat we nu eindelijk wat goede wind hebben, besluiten we ook om niet naar Lagos te varen, maar de nacht door te gaan en Cádiz als bestemming te kiezen.

Cabo Vicente

Cabo Vicente

Uiteindelijk hebben we tot een uur of 3:00 wind en dan moet de motor er weer bij. Dat blijft de hele dag zo en om 23:00 (Spaanse tijd) bereiken we Cádiz. In het donker is het altijd even je weg zoeken op het water. Je moet je route bepalen door de verschillende lampjes te onderscheiden. Maar dat valt niet altijd mee, als je naar een verlichte stad kijkt op de achtergrond. Na even zoeken, hebben we de route gevonden en lopen we zonder probleem Cádiz binnen. Eric moet wel meteen de hele papierwinkel invullen (kan blijkbaar absoluut niet wachten), maar we krijgen dan ook ons plekje toegewezen. Er is ruimte genoeg, dus we liggen snel vast en in ons bedje na een tocht van 190 mijl.

We slapen ontzettend lang, dus we lopen pas rond 11:00 uur naar de stad. Daar eten we ons ontbijtje in een café. Superlekker, met verse jus en getoast broodje ham. We zoeken de VVV en lopen met de informatie weer terug naar de boot. We willen nog even wat zaken regelen en daarna lopen we weer terug naar de stad. We zijn het haventerrein nog niet af, of Eric vindt een zeil-onderdelen-winkel. Op een paar vierkante meter zijn alle mogelijk denkbare onderdelen voor de boot gepropt. Je moet echt een beetje graven, maar dan komt hier volgens mij ALLES wat je maar zoekt naar boven. En laat dat nu een beetje Eric’s hobby zijn….. Met glimmende ogen zoekt ie de winkel af naar lampjes, stekkers en harpjes. Het is wel heel fijn dat we die nu hebben. We hebben gemerkt dat er niet zo maar in elke haven een goed uitgeruste winkel is. Bovendien blijken de prijzen hier over het algemeen zeer schappelijk (fractie van kosten in Nederland).

We lunchen in de Mercado. Hier zijn enkele tientallen stalletjes en overal staan tafeltjes. Je kunt je keuze maken en dan aan een tafeltje plaatsnemen. Ze hebben vanalles: van hotdogs tot pannenkoeken. Wij gaan voor de gefrituurde vis. Dat is hier echt iets van de streek en moeten we dus proberen. Na een zakje van de vis en een proeverij van kroketjes, hebben we weer genoeg vettigheid gehad. Het is inmiddels al 15:30 uur, dus we lopen de stad nog even door. Echt een heel leuke levendige, Spaanse stad met nauwe straatjes, balkonnetjes en grote Plaza’s.

Cadiz

Cadiz

We gaan even terug naar de boot om uit te puffen: WARM!!! Waar zijn we mee bezig? Dit wilden we toch en nu zitten we alleen maar te puffen. Maar we moeten ons natuurlijk weer beter gaan aanpassen aan het Spaanse ritme. Dat is er niet voor niets. Dus pas rond 20:00 uur, als het wat is afgekoeld, gaan we de stad weer in. Er is een competitie tussen diverse tapasbars aan de gang. Je kunt een tapa + wijn bestellen voor EUR 2,90. Het zijn tapas die speciaal zijn gecreëerd voor de wedstrijd. We bezoeken 2 restaurants en krijgen leuke combinaties voorgeschoteld. En wij hebben weer gegeten!

We zijn wel weer laat op de boot, maar we blijven nog een nachtje, dus kunnen we de schade morgen wel inhalen. We nemen een douche op de boot en duiken het nestje in.

We doen vandaag rustig aan: ontbijt, even boot schoonmaken, statistieken bijwerken en de website wat aandacht geven. Eric haalt de stuurautomaat uit elkaar en we bakken pannenkoeken omdat we geen vers brood hebben. We zitten lekker in de schaduw (van onze bimini), in een korte broek en hempje: wat een luxe! Zo kunnen we het weer prima hebben.

“Statistieken?” denkt de oplettende lezer. Ja, we houden natuurlijk een en ander bij op onze reis. “Wat dan zoal?” denkt diezelfde lezer wellicht. Nou:

Wij zijn tot en met Oeiras (Lissabon) 360 uur en 50 minuten aan het varen geweest om de 1982,5 mijl (= 3671,6 kilometer) te overbruggen. 47% van deze mijlen hebben we kunnen zeilen en de andere 53% hebben we op de motor moeten varen. Als we konden zeilen, was onze gemiddelde snelheid 4,9 mijl per uur.

NB. Voor de rekenwonders onder ons: Al deze getallen zijn bij benadering vastgesteld en slechts bedoeld om een indruk te geven van onze prestaties.

Zo, volgende keer dat ik weer wat op de site schrijf, hopen we de Straat van Gibraltar te zijn gepasseerd en zijn we dus op de Middellandse Zee: Spannend!