Wij beleven weer een hernieuwde kennismaking met Roccella Jonica. Het voelt echt als thuiskomen. Waar we de andere havenbewoners nog zien zoeken naar een supermarkt, bakker en doe-het-zelf winkel, sjezen wij op en neer tussen de haven en de SuperChino. Ook de markt en het stadje Siderno zijn niet veilig voor ons. Onze fietsjes brengen ons overal. Wat zijn wij weer blij met onze vouwfietsen! Daarbij is het een mooie 25 graden en daardoor kunnen we weer lekker de hele dag bezig zijn.

Het reizen met de boot is nu echt gedaan voor dit jaar. Eric heeft de duikuitrusting weer aangedaan en het onderwaterschip van de Sunrise winterklaar gemaakt. Er zit nu een plastic zak om de schroef en schuim in de gaten van de boegschroef. Knappe waterbeestjes / -plantjes die daar nu nog in willen groeien. En daarmee kan de Sunrise ook officieel niet meer van haar plekje. Daarnaast is ook het gedeelte dat boven water uitsteekt flink aangepakt. Zeil is schoongemaakt en ingepakt, de stootwillen zijn gepoetst, de bimini is opgeruimd en alle gaten zijn ook hier dichtgemaakt om de landbeestjes / -plantjes te ontmoedigen bij ons aan boord een feestje te beginnen. De laatste was is gedraaid, de vliegtickets geprint en ga zo maar door. We zijn er flink mee in de weer geweest, maar omdat we 3 weken de tijd hebben gehad, was het ook prima te doen.

Touwen drogen aan de steiger

En daarom hebben we ook nog tijd gehad voor leuke dingen! Onze werkervaring als chalethosts van vorige winter is ons weer van pas gekomen toen we een etentje gepland hadden voor 4 en er uiteindelijk 6 personen aan tafel zaten. Tijdens het voorbereiden merken we ook dat ook maar 6 personen tegelijk kunnen laten aanschuiven, want we hebben 6 bordjes, 6 messen / vorken en 6 glazen. Dat komt dus even mooi uit! Het wordt een heel gezellige avond. Eerste gedeelte in het Engels, want de Zweedse havenbewoners zijn ook present. Als zij enigszins op tijd weer weg zijn, omdat ze de dag erop vertrekken naar Zweden, gaan we over op onvervalst Nederlands met Femke en Siebrand. De avond eindigt wat laat, maar het was dan ook super gezellig!

Als Eric en ik op weg zijn naar Siderno, ziet Eric dat zijn voorwiel niet goed meer loopt. Onderdelen komen zelfs naar buiten gedraaid, waar dat niet de bedoeling is! Hij probeert het vlug te maken, maar op onze tweede poging om naar Siderno te fietsen blijkt het probleem nog niet opgelost. Dan komt de grote gereedschapskist tevoorschijn en wordt het een officieel project. Zoals ik hierboven al vertelde, zijn onze fietsjes heel belangrijk voor ons en dus het werk meer dan waard. Uiteindelijk moet het hele wiel uit elkaar en blijkt de lager stuk te zijn. En dan is daar de Italiaanse Klusvriend van Eric weer: Giovanni. We hebben hem in mei ook al ontmoet en hij is hier deze winter ook weer (hij woont een half uurtje rijden van de haven). Giovanni weet wel een adresje waar ze waarschijnlijk de lager verkopen en hij belooft de volgende ochtend meteen even langs te gaan. En zo geschiede…. De volgende morgen is de fiets van Eric al weer vroeg gemaakt en sindsdien kunnen wij weer volop vooruit.

Ook onze buurman in de haven, Frenk, maakt regelmatig een klein praatje. Met zijn (letterlijk) 10 woorden Engels en onze 10 woorden Italiaans is het altijd een uitdaging, maar ook weer een leuke uitdaging. Hij blijkt een echte schrijver te zijn en we krijgen het boek dat hij geschreven heeft. Het gaat over zijn leven op de zee. We leggen Frenk uit dat we een foto kunnen maken van de tekst en dat internet het dan voor ons vertaalt. Frenk knippert een paar keer met zijn ogen, kijkt heel ongelovig maar besluit dan dat wij het wel zullen weten. We hebben dus flink wat Italiaans huiswerk te doen!
En dan heeft de buurman op een middag veel sardientjes gevangen. Hij biedt ons de piepschuim box aan en wij nemen er een paar uit: Lekker! Sardientjes! Dan willen we de box teruggeven. Daar wil Frenk niets van weten. Allemaal voor ons! En als wij ze niet op kunnen, mogen we ze in de haven ronddelen. Na een foto voor onze website, wat Frenk heel leuk vindt, lopen we de haven rond met de box. Uiteindelijk eten 6 boten die avond verse sardientjes dankzij Frenk.

Frenk en de sardines

Omdat we een grote doos mee terug willen nemen naar Nederland, hebben we op woensdag 18 oktober een auto gehuurd op het vliegveld (Lamezia). We vliegen wat vroeg en op deze manier kunnen we op de vertrekdag met onze doos gewoon vanuit de haven rustig naar de luchthaven rijden. Maar om vandaag naar de luchthaven te komen, moeten we de bus om 5:45 uur hebben. De bus vertrekt in het centrum van Roccella en dat betekent eigenlijk een half uur wandelen. Dat vinden we wel heel lang in de vroege ochtend, dus pakken we ook hier onze fietsjes. Die kunnen we immers gewoon opvouwen en in de tas onderin het ruim van de bus zetten. Het is een gewone touringcar, dus maar dan genoeg ruimte voor bagage. En deze actie verloopt erg soepel. Het is eigenlijk best druk in de bus gezien het vroege uur, maar plek genoeg voor ons. Het is een aangename rit van 2 uur. De bus stopt precies voor de autoverhuur. Hoewel we de auto pas om 10:00 uur gereserveerd hebben, had ik besloten dat het vast geen probleem was als we wat eerder zijn. Nou, mis gedacht! De man achter de balie zegt pas om 10:00 uur de auto te hebben. Heel jammer! Een bus later was trouwens ook geen optie geweest. Dan waren we pas om 12:30 uur op Lamezia geweest.

En dan is het toch weer fijn dat we onze fietsjes bij ons hebben. We zien dat we naar een stadje in de buurt kunnen fietsen en hop…. wij zijn op weg! Daar hebben ze tenminste een leuke koffieshop, waar ze ook thee serveren met lekkers. En dat vinden wij weer heel erg fijn. Na onze thee, is het al weer tijd om de meneer van de autoverhuur op te zoeken. Hij ziet ons al aankomen en glimlacht: de auto is klaar voor ons. We vullen de papieren in en dan kijkt hij wat bezorgd achter ons. “Jullie hebben 2 fietsen?” (op z’n Engels dan natuurlijk) “Ja, wij hebben 2 fietsen, maar het zijn vouwfietsen.” (totaal onbekend concept in de Italiaanse regio’s buiten de haven) “Maar het is echt een heel kleine auto hoor!” geeft ie nog eens aan. Ik zeg dat wij er veel vertrouwen in hebben dat het goed komt en dat Eric anders gewoon kan terugfietsen naar Roccella Jonica (ong. 90 km). De man kijkt me heel verbaasd aan en kijkt dan naar Eric die geen idee heeft wat er aan de hand is. En dan begint de man de lachen, te lachen, houdt even op en begint nog eens te lachen. Tsja, ik ben best grappig, maar zo goed was deze opmerking toch ook weer niet? De verhuurman hikt nog wat na en geeft ons de sleutel van een Opel Adam. Dan probeert hij nog even de blik van Eric te vangen:” Good Luck!” zegt ie dan nog met een smile.

Nieuwe liefde: Opel Adam 1.2 Rock

 

Nou, wij vinden onze huurauto, vouwen onze fietsjes in en mikken ze met gemak in het autootje (met achterbank neergeklapt dan). Het is echt een superleuk autootje! We hebben ook een luxe versie gekregen met climate – en cruise control. Wij zijn helemaal in onze nopjes en rijden naar Catanzaro; de hoofdstad van deze provincie. Parkeren is wat moeilijk en uiteindelijk begint een man naar ons te zwaaien vanuit zijn auto. Hij zegt op zijn eigen privéparkeerplek te staan en dat we er voor EUR 2,- een hele dag gebruik van mogen maken. Heel vaag verhaal met veel Italiaanse woorden. We besluiten er maar gebruik van te maken, maar hebben er geen optimaal goed gevoel bij. Uiteindelijk lopen we een uurtje of 2 door deze leuke stad en als we terugkomen staat onze auto er nog en denken we geen parkeerboete te hebben. Dus tenzij deze nog thuisgestuurd wordt, zal het allemaal wel goed zijn afgelopen.

Catanzaro

Op de terugweg naar Roccella gaan we nog langs een EuroSpin. Deze supermarktketen kennen we nog van de vorige winter in Licata. Dit is de enige plek waar wij ranja hebben gevonden. En op fietsafstand van Roccella is geen EuroSpin. Nu dus even goed inslaan! Ze hebben nog 15 flessen op de plank en die verdwijnen allemaal in ons winkelkarretje. Houdbaar tot 2020 dus daar geen probleem. Nog wat wijn en andere kleine boodschappen en dan kunnen we weer verder. Ook al deze boodschappen passen nog makkelijk in onze “heel kleine auto”.

En nu we toch een auto hebben, gaan we meteen onze CampingGaz fles laten vullen. We kunnen de fles bij het havenkantoor inleveren en dan regelen zij het verder voor je, maar wij hebben een tip gekregen van een adresje in Roccella. Dat zou meteen EUR 5,- schelen! Dat is een pizza hier in Italië, dus daar hebben we wel oren naar. Eric checkt nog even waar het gasvulstation precies is en we rijden naar Roccella. We rijden de straat wel 3x op- en neer en we zien uiteindelijk om een klein hoekje wat gasflessen staan. Hop, de auto parkeren en met de lege Gaz-fles erop af. Maar er blijkt helemaal geen deur in het nauwe straatje. Teleurgesteld lopen we terug. Dan begint een man ineens flink naar ons te zwaaien. Hij wijst op onze Gaz-fles en wenkt dat we hier moeten zijn: bij de bloemenwinkel! Nu begrijpt Eric ook de grap van onze tipgever uit de haven “The Gaz comes with tulips”. Wie bedenkt dat ook? Gas bijvullen bij een bloemenzaak…. Maar wij gaan zeer tevreden met een volle fles weer richting de Sunrise.

Nu zijn we nog de laatste klusjes aan het doen en bezig met inpakken. We hebben spullen die we in de afgelopen maanden niet aangeraakt hebben, dus die mogen gewoon mee terug naar huis. We hebben een stevige doos gescoord bij de Bata en gaan er van uit dat Ryanair deze weer voor ons wil meenemen als wij naar Weeze vliegen. We mogen 20 kg meenemen en zijn nu als rasechte Nederlanders bezig om zo dicht mogelijk bij die 20 kg te komen. Misschien kan ik toch nog wat echte Italiaanse pasta meenemen?

Op culinair gebied doen we ook nog enkele ontdekkingen. Als eerste “de Nduja”: een smeerbare worst die wordt gemaakt van gemalen varkensvlees, vet, zout en zongerijpte pepers uit Calabrië. Superlekker op brood (gewoon smeren, beetje a la filet american), maar kan ook door de pasta. Ik ben er een beetje aan verslaafd geraakt. Daarnaast vinden we na lang zoeken eindelijk een echte originele Gelateria die nog geopend is. Wat een lekker ijs! Wel 14 km fietsen (enkele reis), maar dan is ie ook echt verdient. En tot slot zien we ook een snackbar waar ze Hollandse Friet zouden verkopen. We hebben dit nog niet kunnen controleren, maar dat kan natuurlijk ook nog als we volgend jaar weer terug komen naar onze boot! Want Italianen die Hollandse Friet bakken, dat moeten we meemaken…..

De komende tijd zal ik minder op de website schrijven. We zijn immers weer gewoon in Nederland. Hier kunnen we goed nadenken over wat we volgend seizoen willen gaan doen. Daar ga ik jullie dan natuurlijk wel weer van op de hoogte houden!