De beslissing is gevallen: we gaan het op maandag 20 mei weer eens proberen. De voorspellingen beloven kalm weer, met steeds minder golven. Beter gaat het voorlopig niet worden. De zondag 19 mei staat dan ook in het teken van voorbereiden: tanks vullen, boodschappen doen, het houdt ons wel een dagje bezig. Deze avond zijn we uitgenodigd bij de Saona-Club (als enige niet Saona-eigenaren, dus een hele eer) voor een borrel met avondeten. We doen heel erg rustig met de alcohol, want we weten nog niet of we de maandagochtend of –avond gaan vertrekken. Maandagochtend besluiten we dat de avond toch een betere optie is. Daarmee is de maandag een rustige dag voor ons. Het meeste werk is al gedaan, ik kook alleen nog even een maaltijd die meteen de koelkast in kan, voor onze eerste avond op zee. Deze middag mogen we komen lunchen bij Peter & Ann. We krijgen een lekkere pasta en kletsen nog even lekker. We willen die avond eigenlijk nog een pizza halen, maar op maandag zijn onze favoriete pizzeria’s dicht. Wordt dus gewoon een broodje. Om 21:00 uur lijkt het gedaan met de harde wind uit het Westen en gooien we, na veel knuffels en zoenen, los. We zwaaien tot we niemand meer zien. Dat is vrij snel want het wordt al donker natuurlijk. Eenmaal buiten de haven, merken we dat de windgolven zeker nog niet weg zijn, dus klotsen we met de zeilen op en motor aan de eerste mijlen richting Sardinië. Gelukkig weten we dat het alleen maar minder moet worden en gelukkig gebeurt dat ook. We moeten wel de hele nacht motorzeilen, maar dat wisten we al. De golven worden inderdaad minder en we hebben uiteindelijk best een rustig, maar wel frisse nacht. In de ochtend brengt het zonnetje al snel warmte mee en zitten we lekker in de kuip aan ons ontbijt. De Westpunt van Sicilië gaan we rond 11:00 uur voorbij en dan zijn we dus echt aan de oversteek begonnen. We proberen nog even om de genaker (extra groot zeil, waar Eric helemaal fan van is) op te zetten, maar ook daar is de wind te zwak voor. Terug naar de gewone zeilen en de  motor. Zo gaan we de nacht ook in maar later kunnen we gelukkig een paar uurtjes zeilen. Het is dan even heel lekker stil aan boord. Met de ochtend, verdwijnt ook de wind weer. Motor weer op en verder knorren. We kunnen Sardinië nog deze avond halen en daar gaan we dan ook voor, aangemoedigd door dolfijnen, Portugese oorlogsschepen (kwallen) en schildpadden.  

De zonsondergangen blijven mooi op zee

We maken ons wel wat zorgen over de stand van de diesel. Gelukkig hebben we een extra reserve tank met 20 liter aan boord. Goed voor een extra 8 uur motorplezier. Voor de zekerheid gooien we de diesel in onze tank en zitten er dan weer wat geruster bij. Het venijn zit hem natuurlijk wel weer in de staart. Een 10 mijl voor we op Sardinië zijn, steekt er ineens een wind op. En wat nog vervelender is: flinke golven! Jakkes, dit weer na zo’n rustige overtocht. Maar goed, we komen er prima door en kunnen hierdoor dus nog wel even zonder motor varen. Paul en kornuiten liggen in de baai van Villasimius op ons te wachten. Ze liggen voor anker. Dit is wel heel erg mooi. In 2016 kwamen we Paul & Caroline hier na een zomer lang zeilen ook weer tegen. Toen zijn we samen overgestoken naar Sicilië. En nu dus andersom. Heel speciaal! Maar als wij hen zien liggen wiebelen achter anker, besluiten we om heel ongezellig toch een plekje in de haven te zoeken. Het is een heel dure haven, maar voor onze bootlengte is het nog wel te doen. Bovendien mogen we na 2 nachten op zee, wel weer even lekker luxe doen.

Diesel tanken midden op zee

De volgende ochtend is het al weer donderdag. We besluiten om een 15 mijl verderop te gaan liggen. Hier is een betaalbare haven en ook de Seaghan gaat hier heen. Het is een niet zo’n rustig tochtje, want flinke wind op kop met bijbehorend gewiebel. Maar de beloning is groot: eenmaal in Marina Capitana kunnen Paul, Meri en Georgio weer in de armen sluiten. De bubbels komen naar buiten en we toasten gezamenlijk op Sardinië. We krijgen ook meteen lunch, dus met volle buik kunnen we aan onze klussen beginnen. Onderweg hebben we namelijk gemerkt dat er een raampje enigszins lekt. Niet handig op een boot natuurlijk. Het kost Eric een paar uurtjes werk, maar dan is het ook geregeld en zitten we er weer droog bij. We zoeken uit waar we diesel kunnen kopen. Tanken in de haven gaat ook, maar tegen een flinke meerprijs. Tot slot wordt het zeil gemodificeerd zodat dit ook weer optimaal kan presteren. Die avond borrelen we nog even op de Seaghan en barst er een compleet gitaarorkest los. 

Vrijdag staan onze fietsjes al weer vroeg klaar. De hoofdstad van Sardinië staat op ons verlanglijstje. Eigenlijk wilden we een scooter huren in de haven, maar na het exemplaar bekeken te hebben, besluiten we tot een fietstocht. Ze zijn hier op Sardinië veel meer gewend aan fietsers. We zien heel veel wielrenners over de weg gaan en dat zorgt er voor dat wij ons ook veilig voelen. Er is zelfs een echt fietspad. Dat verdwijnt echter weer, maar het gaat prima. Dan komen we op een 2-baans weg en geven de auto’s om ons heen wat meer gas. Hmmm, niet heel fijn. Maar dan zie ik vanuit mijn ooghoek weer een fietspad. Ik gil naar Eric en we steken de weg over. Blijkt het een super-super-mooi fietspad te zijn. Dit glad geasfalteerde pad, gaat zelfs over naar een walhalla voor wandelaars, skaters, fietsers en wat zo niet meer. Er zijn zelfs aparte stroken voor al die activiteiten. Dit hebben we nog nooit gezien. Daarbij loopt dit paradijs nog precies langs het strand en de zee, met veel leuke cafeetjes. We zijn onder de indruk. En dan blijkt ook nog dat een ’t shirt voor gespierde mannen niet verplicht is….. 

Zelfs de plafonds zijn prachtig; oude regeringsgebouw in Cagliari

Na al dat fijns, moeten we toch nog even een 3-baans weg op. Gelukkig is het helemaal niet druk, mogen de auto’s (eigenlijk) maar 50 en is het maar een kort stukje. Na 1,5 uur fietsen zijn we dan in het centrum van Cagliari aangekomen! Tijd voor een koude cola. Dan moeten we met de fiets aan de hand een flinke berg op lopen om bij alle bezienswaardigheden te komen. We doen rustig aan. Na een dik uur hebben we al veel gezien. We besluiten om terug te gaan. Onderweg knabbelen we ons broodje op, bij dat geweldige fietspad. Uiteindelijk zijn we rond 15:00 uur weer terug met 2,5 kilo vlees in de tas. We gaan namelijk BBQ-en met de bemanning van de Seaghan. Terwijl zij het vlees marineren, doen wij vlug een tripje op de fiets naar de benzinepomp. Zo, 40 liter erbij. Blijkt dat de Sunrise weer helemaal blinkt: hebben de mannen van de Seaghan voor ons gedaan tijdens ons fietstochtje.  Wat een verrassing! Dan naar de BBQ, wel verdiend na 50 km op de fiets. 

De volgende ochtend hebben we haast. Vanmiddag gaat het regenen en daar stopt het dan minstens 1,5 dag niet meer mee. Nog een tripje naar het benzinestation, weer 40 liter in de buik van Sunrise. Boodschappen doen en onderhandelen over de havenprijs (als je langer blijft, is korting heel gewoon hier in Italië). Alles verloopt succesvol en is klaar als de eerste druppels vallen. Eric gaat nog even gitaar spelen bij Paul en ik maak de boot van binnen aan kant. Dan krijgen we weer lunch op de Seaghan en dat is een klein wandelingetje naar die boot in de stromende regen wel waard. Eenmaal weer aan boord, pakken we de weersvoorspellingen erbij en maken een plan. We besluiten om de komende dagen hier te blijven. Het is een prima haven, met (nu) een prima prijs en door de regen en wind van de komende dagen, willen we helemaal nergens heen.  

Paul, Meri en Georgio blijken wel door te gaan. Zij zien nog een laatste beetje wind uit het Oosten en willen dit gebruiken om wat verder te gaan. Ik zie vooral veel, heel veel regen en vind dat het niet waard. Daarom nemen we zondags afscheid van de Seaghan en hebben een heel rustig dagje. 

Maandag gaan we maar weer een huurauto ophalen. Vliegveld Cagliari deze keer. We kunnen hier met een bus – trein combinatie makkelijk komen. De prijs was wel even schrikken, positief dan. We konden een auto huren voor drie dagen voor EUR 3,49. Totaal! Dus niet per dag! Omdat we toch gek aan het doen waren, hebben we meteen een klasse groter gereserveerd: EUR 4,49. Totaal! Dus niet per dag! Niemand wilde het geloven en Eric zelf had stiekem ook wat vraagtekens. Maar we hadden de auto gehuurd via een website waar wij altijd de auto’s huren en bij een grote verhuurder.  (zie onder **) voor antwoord op vragen die je nu zeker hebt!) 

Neemt niet weg dat we toch wel benieuwd zijn, als we maandag rond 11:00 uur bij het vliegveld komen. Maar alles verloopt vlekkeloos en na een half uurtje staan we met de sleutels van een Lancia Ypsilon met 4.600 km op de teller in onze handjes: mogen we 3 dagen rijden! We gaan snel op pad, voordat iemand de fout (kan niet anders) ontdekt.  

Eerst shoppen natuurlijk en daarna rijden we nog even naar Villasimius. Ik had overal gelezen dat dit zo mooi moest zijn, maar van 3 jaar geleden had ik alleen maar een saaie straat met 1 kleine supermarkt onthouden. Het blijkt dus best een groot stadje, met zeker meer dan 1 supermarkt. Grappig om dat zo weer terug te zien. Dan begint het weer te gieten van de regen, dus we draaien maar om. 

Dinsdag staan opgravingen op het programma. Sardinië staat vol met Nuraghe, een soort verdedigingstorens. In Barumini ligt “Su Nuraxi”. Dit is de ruïne van een verdedigingscomplex (5 torens) en een dorp er om heen. De entree is EUR 12,- pp, maar daar krijg je dan meteen een rondleiding voor en de entree voor 2 andere gebouwen in dit stadje (waar je niet op zit te wachten…). De gids spreekt aardig Engels, maar liever Frans. Er zijn hier heel veel Fransen. Veel bewoners van Sardinië spreken Italiaans en Frans. Wij snappen inmiddels wel waarom: die Fransen komen in grote getale deze kant op!  

Su Nuraxi, alle cirkels zijn huizen / gebouwen. Ze hadden een puntdak van hout.

Het is heel indrukwekkend om te zien hoe ze vroeger deze torens hebben gebouwd. De torens zijn gemaakt van enorme stenen en het is (net als bij de piramides) een raadsel hoe ze die daar en op hun plek hebben gekregen. We vervolgen onze autotocht naar een groot plateau in de buurt. Je kunt daar een mooie wandeling maken, maar het miezert en er komt een donkere lucht aan. Toch maar niet! We rijden liever richting de kust. Daar ligt Oristano. Dit wordt niet als een “must” beschreven in de boekjes, maar wij vinden het een erg prettig stadje. Ze verkopen er  zalige ijsjes en hebben enkele leuke pleinen en gebouwen. We zoeken, met de auto, nog even naar de haven hier. Die blijkt kilometers weg te zijn van al dit moois. Inmiddels is het 17:00 uur dus we gaan via Lidl weer terug naar de Sunrise. Om 19:00 zitten we moe, maar voldaan achter een filmpje. 

Plattegrond Su Nuraxi, “A” t/m “F” zijn de torens voor de verdediging

Vandaag (woensdag) hebben we besloten om nog 1 attractie te bezichtigen en dan de auto terug te brengen. We willen morgen weer een klein stukje verder varen, dus dan moet de auto terug zijn. Eigenlijk wilden we de auto ook maar voor 2 dagen, maar 2 dagen huren kostte EUR 8,-?!? Echter voordat we afscheid nemen van onze Ypsilon, willen we nog wat heeeeeel oude graven (4000 jaar oud) gaan bezichtigen. We rijden in 1,5 uur naar Villaperuccio. Als we om 10:30 uur bij Necropolis of Montessu zijn, zijn we de eersten! We betalen de entree en krijgen wat uitleg over de route. Een flink steil pad brengt ons naar de eerste graven. Eric is een beetje teleurgesteld, want hij dacht dat je er echt in kon lopen. Gelukkig wordt dat bij graf 7 (ze hebben allemaal nummers) goedgemaakt. Alle graven zijn gemaakt door een holte uit te hakken in de berg. Het ene graf bestaat uit slechts 1 kamer, maar er zijn er ook die bestaan uit 3 ruimtes, telkens door een gangetje met elkaar verbonden. Het “waarom” en “hoezo” wordt niet heel duidelijk, maar het is een heel fijne wandeling.  

Heuvels van de Necropolis of Montessu, met uitzicht op graf 7

Even tanken en dan geven we de auto weer af bij de verhuurder. Alles is in orde, dus halen we onze trein – bus combinatie mooi en zijn we net na 14:00 uur weer bij de haven. We spreken even de plannen door voor morgen, betalen de haven en doen een laatste boodschap. Momenteel waait het knoeperd hard hier in de haven. Was ook voorspeld, dus dit moeten we nog even uitzitten. Vannacht willen we, zodra de wind weg is, weer 30 mijl verder varen. Daar is weer een haven, waar we dan een nachtje kunnen blijven en nieuwe plannen kunnen smeden. Doel is nu de Balearen. We kijken hier heel erg naar uit. Als we eenmaal op de Balearen (en nog beter: Spanje) zijn, zijn we uit die tochtgaten hier op de Middellandse zee, waar het nog steeds maar niet stabiel wil worden. Veel harde wind, terwijl dat eigenlijk wel een beetje klaar zou moeten zijn. We hopen hier dus snel aan te kunnen ontsnappen! 

 

(**).  Nu willen jullie natuurlijk allemaal weten waar we dan huren: www.autoeurope.nl of www.rentalcars.nl. Daar staan altijd nette prijzen, maar zo’n deal als in Cagliari hadden wij ook nog niet gehad. Bovendien huren wij altijd zonder enige extra verzekering. Een totale afkoop van het eigen risico (dus maakt niet uit hoe je de auto terugbrengt) had de auto EUR 83,- duurder gemaakt. Wij huren zonder deze extra verzekering omdat wij een huurauto-verzekering hebben. In plaats van elke keer dat we een auto huren die extra verzekering te nemen, betalen wij bij onze verzekering 1x per jaar een bedrag (EUR 75,-). Daarmee mogen we zo vaak als we willen een auto huren en zijn we altijd volledig verzekerd. In ons geval halen we zo’n huurauto-verzekering er dubbel en dwars uit.