Het is alweer een tijdje geleden dat ik jullie op de hoogte heb gebracht van de laatste belevenissen. We zijn weer onderweg en onze stroomvoorraad laat niet altijd toe dat ik een paar uurtjes achter de laptop kruip. Nu zit ik te typen terwijl we op de motor naar Trapani varen. De motor levert genoeg stroom voor de laptop, dus kan ik er even tegenaan. Het schommelt een beetje, want geen wind (daarom op de motor) en zeker wat golven en de zon is net ondergegaan. Nog 10 mijl, dus ik moet doortypen!
Zondag 19 augustus worden we wakker in Licata van een enorme knal! En een tiental seconden later, weer een, en weer een…. Poeh dat is effe schrikken, maar we beseffen ons al snel dat het het feestje van Sant Angelo is. De trouwe lezers met een heel goed geheugen voor detail zal nu zeggen: “Maar dat was toch al in mei, toen die vissers in een gladde paal klommen?”. En dan zeg ik: “Helemaal correct, wat een enorm goed brein heb je daar bovenin!”. Het is inderdaad WEER het feestje van deze heilige. Het blijkt dat, omdat niet iedereen erbij kan zijn in mei, dat het feest wordt herhaald half augustus. De grote markt is niet opgetuigd en de vissers blijven met beide beentjes op de grond, maar de processies gaan weer van start.
Wij gaan dat vanavond allemaal bekijken, maar voor nu willen we even de laatste boodschappen doen omdat we morgen willen vertrekken. Eric haalt de fietsjes uit de bakskist (een grote opbergruimte onder onze buitenbanken). Als hij mijn fietsje uitklapt, ziet hij dat mijn buitenband compleet ontploft is en daarmee ook de binnenband. Het ziet er erg pijnlijk uit. En wat nog erger is: het is zondag EN het feestje van Sant Angelo. De kans dat we een nieuwe band kunnen kopen voor een vouwfiets is al niet heel erg groot in Licata, maar nu kunnen we het wel helemaal afschrijven. En dat NET op de dag voordat we willen gaan. Eric maakt op zijn fietsje nog een wanhoopsrondje door de stad, maar alles is inderdaad dicht. De boodschappen kunnen we natuurlijk op 1 fietsje doen, maar fietsen onderweg zit er zo niet in. Balen! Eric speurt internet af om te kijken of er misschien fietsenzaken zijn in een stadje op onze vaarroute. Na een tijdje heeft hij een klein lijstje met adressen. We kijken wel wat het gaat opleveren.
Dan lopen we ’s avonds de stad in voor de parade. Helaas blijken we niet juist voorgelicht en hebben we dit gemist. Echter om 0:00 uur moet er nog een mooi vuurwerk zijn en wel in onze haven. Kijk, dan hoeven we alleen maar op de boot te wachten. Maar tijdens het wachten vallen de oogjes al een beetje dicht. We gaan maar naar bed. Om 1:00 uur weer enorme knallen. Blijkt het vuurwerk dus om 1:00 uur te zijn en wij kijken in onze pyjama vanuit onze kuip op de eerste rang naar al het prachtigs. Daarna duiken we meteen weer ons nestje in.
Maandag is een mooie dag om los te gooien. Rond 9-en zijn we er weg van. Als we een uurtje onderweg zijn, zien we een flinke onweersbui boven land hangen en deze lijkt onze kant op te komen. We aarzelen. Moeten we nu door of draaien we terug naar de veilige haven? We zien de bui afvlakken boven water en gaan door naar San Leone. Deze haven / ankerplek bereiken we zonder een spatje regen. Maar op de ankerplek staat een heel behoorlijke deining. Dat wordt niet slapen zo met al dat gewiebel. We varen nog even de haven in en vragen bij een steiger wat een nachtje in de marina kost. Daar blijkt het mannetje niets van te weten. We moeten eerst maar aanleggen en dan in het kantoortje gaan vragen. Maar daar hebben we geen zin in. Dan betaal je meteen de hoofdprijs, want je ligt immers al vast en dan denken ze dat je niet zomaar weer zult wegvaren als je de prijs hoort. We maken dus niet vast, zeggen “Grazie” en varen weg. Daar staan ze dan wel even van te kijken….
We gaan door naar Scaccia (lees: Sjakka). Inmiddels is het 22:30 uur en zien we overal om ons heen bliksemflitsen. Er staat hier op de ankerplaats ook nog best wat deining, maar we zijn moe, de volgende plek is weer veel verder en besluiten dat we blijven. We slapen niet geweldig, maar gezien het wiebelen nog niet eens zo slecht.
De volgende morgen is het echter wel fijn om snel weer op pad te gaan en daarom kunnen we al om 13:00 uur het anker laten vallen voor de haven van Mazara del Vallo. En dan liggen we stil, heel stil, geen gewiebel: wat fijn! We houden eerst even siësta. Dan zien we een enorm donkere wolk naderen. Ineens begint het hard te waaien en daarna gaan de hemelsluizen open. Alles is al opgeruimd, dus we kunnen de bui binnen uitzitten. Na een uurtje is de rust weer terug en roeien we naar de kant. Volgens Eric’s adressenlijstje zit hier een fietsenwinkel met mogelijk buitenbandjes voor mijn vouwfietsje. We volgen onze mobiel met route-info en komen inderdaad bij een fietsenwinkel. Ze spreken alleen Italiaans, maar dan merken we dat we stiekem toch al veel geleerd hebben van onze Italiaanse-les-app. We komen er prima uit en wat nog beter is: we staan weer buiten met 2 mooie nieuwe bandjes! Voor de zekerheid maar meteen een reserve meegenomen natuurlijk. Terug naar onze bijboot en na een welverdiend kopje thee schuiven we zo ons stille bedje in: ZALIG!
Op de 22ste lokken de Egadische Eilanden en dan om te beginnen Favignana, het grootste van de 5 eilanden. Van deze 5 eilanden zijn er 2 onbewoond. Vroeger stonden deze eilanden bekend om de tonijnvangst en het inblikken daarvan. Ze hielden er een nogal bloedige methode op na om de tonijnen binnen te halen met matanza’s, drijfnetten in de vorm van fuiken waar tonijnen met hele scholen tegelijk in terecht kwamen.
Alle eilanden vallen onder een natuurgebied. En hier zijn ze er dol op om dan los te gaan met zones. Ze tekenen om de eilanden wat rechthoeken en rondjes, kleuren deze in en noemen het dan Zone A, Zone B, Zone C of Zone D. In Zone A mag je überhaupt niet komen, dat is makkelijk. Maar dan begint de pret: in Zone B mag je wel varen, maar niet ankeren, tenzij je een vergunning hebt (kost geld en moet je van tevoren aanvragen). In Zone C & D mag je wel varen en ook ankeren. Tot nu toe lijkt het duidelijk. Maar deze informatie vergaren kost je wel een paar uurtjes surfen op internet. In de veronderstelling goed voorbereid te zijn, gaan we op pad. We kunnen lekker zeilen en zijn mooi op tijd bij Favignana. We zoeken naar een baai in zone C. Dat is niet heel moeilijk, want bijna alle baaien vallen onder zone C. Er liggen veel mooringboeien (gekleurde plastic ballen in het water met een ijzeren ring waar je je boot aan vast kan knopen) in deze baaien. We hebben hier weinig informatie over gevonden, maar gaan er wel van uit dat het oppikken van zo’n boei niet gratis zal zijn. Iemand moet die hier immers neerleggen en onderhouden. We kiezen er dus voor om achter ons anker te gaan liggen. Welke baai zullen we eens kiezen… zoveel mooie plekjes! We kiezen voor een grote baai, waarbij we net achter de beschutting van een soort dam kunnen liggen. Hopelijk helpt dat bij een fijne nachtrust. En jawel, we slapen superlekker.
Volgende ochtend pakken we de bijboot. Het is even zoeken waar we goed aan land kunnen. Er is een kleine marina, maar daar moeten we EUR 4,- per uur betalen, alleen om ons bijbootje te mogen vastknopen. Parkeren in Eindhoven is goedkoper! Doen we dus niet. Uiteindelijk verzint Eric een mooie oplossing door het ankertje van onze bijboot net voor een rotswand uit te gooien en dan door te varen tot de rotswand waar ik dan vlug uit de boot krabbel en het touwtje van de voorkant vastmaak aan een ring in de rotsen. Eric maakt de ankerlijn vast aan de achterkant van de bijboot en zo kan hij nergens meer naar toe. We lopen in een klein half uurtje naar “de hoofdstad” van dit eiland. En waar het bij ons de baai erg rustig is, is het hier superdruk. Het is natuurlijk nog hoogseizoen voor de Italianen en dat zien we hier heel duidelijk! We zijn even onder de indruk en gaan dan vlug op zoek naar een bakker. Even rondneuzen en weer terug naar de Sunrise!
We besluiten om het anker van de Sunrise op te halen en een baaitje verderop te gaan liggen. Nieuw uitzicht en minder last van rondsjezende kleine motorbootjes. We gaan net voor de mooringboeien liggen en zijn erg tevreden met ons plekje in Zone C. Totdat de “ParkRangers” langskomen. Dit zijn de mannen (ik heb geen vrouwen gezien) die de Zones bewaken. Maar wij liggen netjes in Zone C, dus zien geen vuiltje aan de lucht. De Rangers komen het geld innen voor de mooringboeien. Dan beginnen ze een rondje langs iedereen die voor anker ligt in de baai. Wij zien ze al aankomen, want we zijn als laatste aan de beurt. Blijkt dat wij het toch niet helemaal goed begrepen hebben. Ze vragen of wij een vergunning hebben om te ankeren. Nou nee, want we liggen in Zone C. Jaaaaa, maar dit is een Protected Area in Zone C. Oké, en wat betekent dat dan weer? Nou, dat je dus een vergunning moet hebben (betalen dus). Wij hebben geen vergunning en willen er ook geen, dus waar mogen we dan gaan liggen? Dan komt er ineens een soort folder tevoorschijn waarop dezelfde plaatjes staan als op internet. Een plattegrond van het eiland met daarop de vierkantjes en rondjes in verschillende kleurtjes. Alleen op deze folder zijn zowat alle Zone C gebieden nog eens voorzien van kleine vierkantjes. En dat, lieve luisteraars, betekent dus Zone C – Protected Area en dus alleen ankeren met vergunning of een mooringboei oppikken (voor beide opties is een vergoeding verschuldigd). Er zijn welgeteld 2 baaien waar je gewoon kunt ankeren: 1 aan de zuidzijde (waar wij afgelopen nacht gelegen hebben) en 1 aan de noordzijde. En de andere eilandjes zijn eigenlijk niet meer te bezoeken met je boot zonder vergunning. Wat een gedoe! We snappen natuurlijk dat het niet heel goed is voor de zeebodem en alle plantjes die daar groeien als iedereen zijn anker er maar in gooit, maar als dat ineens wel mag als je betaalt, en overdag zijn er geen beperkingen! … daar hebben we wel wat principiële bezwaren tegen….
Die nacht slaap ik niet heel erg goed. Er komt weer een flinke bui over met de daarbij behorende hoeveelheid wind. Onze Sunrise blijft goed op haar plek, maar we weten ook dat we ons anker niet in het zand ligt, maar op een rotsbodem. Met zoveel wind uit een onverwachte hoek, kan het anker makkelijk losraken. De volgende dag zetten we dan ook koers naar Trapani. Hier mag je ook in de haven ankeren en lig je goed beschermt. Als we hier liggen krijgen we ook weer een dikke bui met wind en weer houdt ons anker ons prima. Maar we liggen wel dicht bij een muur en daarbij word je hier gewaarschuwd dat er veel bijbootjes gestolen zijn in het verleden. Na de bui besluiten we dan toch weer terug te gaan naar Favignana. Daar krijgen we ook weer veel spijt van want we liggen die nacht ontzettend te rollen op de deining.
En na een paar slechte nachtjes ben ik dan moe! Ik wil de komende nacht slapen! Maar wat is wijsheid? We hebben gehoord dat je voor de haven van Marsala ook kunt ankeren. Dat maar eens proberen. Heel erg op tijd zijn we op weg en het is niet ver. Maar daar eenmaal aangekomen blijk de deining op die ankerplek gewoon binnen te rollen. Poep! Eric stelt voor om even te bellen met de marina om te vragen wat een nachtje kost. Hij weet wanneer zijn vrouwtje even moet slapen…. Van de 3 marina’s krijg ik er 1 aan te telefoon: EUR 65,-. Niet goedkoop, maar ook zeker niet de duurste marina hier, dus we gaan naar binnen. Eenmaal in de havenkom doen we heel rustig aan met het klaarmaken van de boot voor de aanlegmanouvre. We worden gewenkt door een andere marina. Ik vraag wat het kost en zij vragen EUR 40,-. Ah, kijk, daar worden we blij van! Ze wuiven ons naar een plekje, maar dat is wel een heel slecht plekje. Op een hoekje en naast 2 hele kleine bootjes, wat niet handig is. Eric kijkt heel moeilijk en sputtert (in het Nederlands gewoon) tegen. De marina-man zegt in het Italiaans dat het allemaal geen probleem is, maar Eric kijkt gewoon nog een tikje moeilijker. En dan krijgt de havenman een ingeving. Hij overlegt even met een collega en dan mogen we ineens naar een supermooie plek! Wij zijn helemaal blij! En ineens hebben we ook veel te doen. Boodschappen, nieuwe fietsband op mijn vouwfiets monteren, (hand)wasjes, alle apparaten opladen enz. In de middag is er dan volop tijd voor de toeristische agenda. We gaan, na een gelato, op onze fietsjes op weg naar de Salina’s (zoutvelden) en Molino’s (molens). Het is zo’n 10 km fietsen en alleen de weg er naar toe is al prachtig. We fietsen langs een baai die is afgescheiden van de zee door een groot eiland. De Sunrise kan hier niet komen omdat het er erg ondiep is. Als we de zoutvlakten gezien hebben, kopen we een koud flesje water bij een foodtruck. Terwijl we zitten, stopt er ook een auto. De bestuurder vraagt de weg naar de salina’s aan de eigenaar van de foodtruck. “Gewoon de weg verder afrijden” is het antwoord. Daar kijken wij dan van op. We dachten de salina’s al gezien te hebben….. toch nog maar even doorrijden dan! En ja hoor, verderop komen we de salina’s tegen en ook de molino’s. Het is erg mooi, maar ook heel erg druk. En verder is er weinig te zien. We fietsen dus die mooie weg weer terug.
Als we in de avond het weerbericht weer binnen halen, zien we dat er misschien maandag wel een mooie mogelijkheid is om naar Sardinië te varen. We besluiten om nog 1 nachtje in Marsala te blijven en dan maandag, na een laatste weer-check, naar Sardinië te vertrekken. Gelukkig mogen we nog een nachtje blijven van de havenmeester en de zondag besteden we aan de laatste klusjes en een mooie wandeling door het oude Marsala. Als we echter die avond nog een weer-check doen, blijken de golven op maandag nog ontzettend hoog te zijn. Dinsdag zouden de windomstandigheden ongeveer gelijk moeten zijn, maar zijn de golven al gehalveerd. Nog 1 nachtje extra in Marsala dan! Op maandag kook ik vast een extra potje voor de dinsdagavond. Naar Sardinië is ongeveer 180 mijl en daar gaan we zo’n 1,5 etmaal over doen. Het is dus handig als er al een potje eten in de koelkast staat.
En dan is het dinsdag 28 augustus 5:00 uur en er is geen wind in de haven. We vertrekken toch, want op zee kan het wat anders zijn. En inderdaad kunnen we de zeilen hijsen en varen we rustig richting Sardinië. We komen weer langs de Egadische Eilanden en daartussen staat een enorme rommelige zee. Hoge golven, waar we recht tegenin moeten. Eric verwacht dat dit slechts een klein stukje is, tot we de eilanden weer voorbij zijn. We beuken dus tegen het natuurgeweld in, onze mooie schone boot is binnen no-time helemaal zout, maar na een uur worden de golven inderdaad minder. We hijsen de zeilen weer en gaan verder. De beloofde windkracht blijft echter uit. In principe gaan we niet eens zo slecht, maar doordat er nog steeds wel wat golven staan waar we (schuin) tegenin moeten, remt dat de Sunrise ontzettend af. We halen bij lange na niet de snelheid die we zouden moeten halen. We geven het nog een uurtje en zien dan dat onze verwachte aankomsttijd (dat kan onze TomTom berekenen) over 4 dagen is. Tsja, dat was niet de bedoeling. We draaien om en koersen naar Trapani. Hier liggen we lekker rustig en kunnen we even bijkomen van het schommelige tochtje en ons beraden op onze verdere plannen….
Marion van de Stolpe
Het is weer leuk om te lezen.
Op naar de volgende etappe!
groetjes Marion