Onze grote vertrekdag is vastgesteld op 14 november 2019. Onze kapitein heeft het weer en de wind al een tijdje in de smiezen en dit moet een mooi moment zijn. Het bekijken van het weer van zo’n grote zeilreis gaat er wel wat anders aan toe dan wij tot nu toe gedaan hebben. Waar je misschien zou verwachten dat dit nauwkeuriger gebeurd, gaat dit eigenlijk juiste met flink wat natte vinger werk. Je kunt immers het weer niet 3 weken vooruit nauwkeurig voorspellen (ook niet voor een dag, maar goed). Bovendien kijk je naar een veel groter gebied, naar de hele Atlantische Oceaan eigenlijk. Als dat algehele weerbeeld er een beetje betrouwbaar uit ziet, dan is het gaan! En zien wat de natuur je geeft. Veel loslaten en vertrouwen dus….
We kunnen vandaag nog niet meteen weg, want we moeten bij de douane in Las Palmas uitklaren. En als Spanjaarden zeggen dat ze er om 10:00 uur zijn, zijn ze er om 10:30 uur. Zo te zien was de douane-meneer nog bij de sportschool, dus alles is vergeven en vergeten. Dan gaat het snel. Met een laatste volle campinggaz-fles stappen we aan boord van de Asteria, onze boot voor de oversteek. De laatste zaken worden vastgemaakt en opgeborgen en dan zijn we los! Wat een gevoel! Het gaat 3 weken duren voor we weer land zien. Heel erg vreemd, heel erg spannend, heel erg gaaf. Onze kapitein Jonathan zet nog een toepasselijk deuntje kei-hard aan als we de baai uitvaren want “You have to leave in style!” En dat doen we….
Ons wachtschema hangt al klaar. Iedereen heeft per etmaal een dag-wacht en een nachtwacht. Beide duren 3 uur. Eric en ik zijn gewend en 4 wachten per etmaal, dus hoe luxe is dit! Maar we moeten het nu natuurlijk ook een beetje langer volhouden. Eric voelt zich wel wat katterig, zo weer op de schommelende zee. Maar na een pilletje, even liggen en een glaasje sinaasappelsap is ie weer helemaal het mannetje. En dat is maar goed ook. We moeten de Asteria nog zeilend leren kennen. De zeilen kunnen er gelukkig meteen op. Eigenlijk is het mijn wacht, maar vergeet maar dat ik de mannen achter het roer en de knopjes vandaan krijg. Ach, kan ik ook effe lekker rustig wennen.
Er staat een prima windje, uit een mooie hoek. De golven zijn in het begin flink rommelig. Dat wordt beter gedurende de dag, maar er zitten toch telkens een paar mooie exemplaren bij. Felix denkt even te kunnen relaxen op de buitenbank en wordt dus verrast door een zoute douche. Er komt zelfs een golf tot binnen! Naarmate het later wordt, neemt de wind toe. Om de Canarische Eilanden liggen wat men noemt accelleratiezones. De wind neemt in deze gebieden met 10 to 15 knopen toe. En daar varen wij nu dus. De heren hebben allemaal een pittige wacht. Als ik dan aan de beurt ben, zitten we net buiten zo’n zone en mag ik dus op de motor een beetje rondkijken.
In de avond wordt het wel fris en fris wordt al snel koud met windkracht 5 / 6. Ik ben zo blij dat we als voorbereiding op onze daagje in New York aan het eind van deze reis, thermo ondergoed, handschoenen en een muts bij ons hebben. Helemaal ingepakt houden we onze wachten in het donker. Allemaal teleurgesteld tot op het bot natuurlijk: we zouden toch naar het goed weer gaan?
Iedereen doorstaat zijn wacht echter prima, met de hulp van Jonathan. En iedereen kan ook een beetje slapen. Maar op dag 2 zijn we allemaal wel een beetje stiller dan op dag 1. Beetje moe, beetje inkomen, nog een beetje zien hoe alles werkt. Zelf heb ik het als kok berendruk! De verse groentes, die natuurlijk met geen mogelijkheid in de (kleine) koelkast passen, liggen voorzichtig opgestapeld in dozen onder de keukentafel, gescheiden door papier. Dit lijkt allemaal simpel, maar dit is dus echt hogere wiskunde. Er zijn duizenden meningen van duizenden mensen over hoe je welke groente het beste kunt bewaren. Eerst wassen, Eerst wassen met een goedje, Eerst wassen met zout water, Niet wassen…. Bewaren in netten, in dozen, onder de vloer….. Omdat wij weinig tijd hadden voor de voorbereiding, heb ik gekozen voor makkelijkste weg: Niet wassen, in dozen met gaatjes voor de lucht en gescheiden door papier en uien helemaal apart (op de knoflook na dan). We gaan het zien! Wel belangrijk om elke dag even door je voorraad heen te gaan en te controleren op beurse plekken. Je wilt niet dat 1 paprika heel je voorraad laat bederven. Dit is geen heel vervelend klusje, maar met een bewegende boot wel een uitdaging. Die appels rollen er zo vandoor en als ze dan al geen butsplekje hadden….. En het klusje wordt ook telkens een stukje kleiner, want de verse voorraad gaat natuurlijk een keertje op. Dat gaat waarschijnlijk geen 3 weken lukken. Maar daar zijn blikken en de diepvries voor uitgevonden.
We moeten vandaag veel op de motor, zitten in een windstille zone. Jonathan haalt de weervoorspelling binnen via de satelliet en we zien dat de wind er snel zal aankomen. Net na de lunch hebben we de wind weer gevonden. Meteen gaan we weer als een speer op de zeilen. De wind ziet er goed uit voor de komende dagen! Iedereen pakt lekker z’n rust in het zonnetje dat ons af en toe komt opzoeken.
Dan roept Jonathan ons allemaal bij elkaar. Er komt water in de boot. Dit is geen nieuws voor ons. Jonathan is al bezig geweest met dit probleem. Telkens leegmaken, ontdekken waar het water vandaan komt, reparatie uitvoeren, controleren of het werkt. Een heel gedoe op een flink bewegende boot. Hij is tot de conclusie gekomen dat hij het zelf niet gemaakt krijgt en vertelt ons dat. Nu hebben we een paar opties: Gewoon doorvaren naar de Carieb en hopen dat het niet erger wordt of Doorvaren naar de Kaapverden om daar de reparatie te laten doen (ong 750 mijl) of Naar El Hierro, het laatste Canarische Eiland, varen waar we nu 27 mijl vandaan zijn. Iedereen is voor El Hierro omdat je nu eenmaal geen onnodige risico’s moet willen lopen. We zouden de hele reis goed moeten opletten, constant een beetje ongerust en als het dan uiteindelijk erger wordt, sla je jezelf voor je kop. Nee, iedereen gaat voor de relaxte oversteek. Dus slaan we af. Nu moeten we een stuk tegen de dikke wind (kracht 6 / 7) en de golven (toch een paar meter hoog). De boot knalt in de golven en alles sprayt onder met zeewater (de buitenkant dan). Maar het is voor het goede doel! Uiteindelijk leggen we rond middernacht aan op El Hierro.
Dus…. in plaats van een paar weken alleen zee, zie ik vanmorgen bij het wakker worden een vulkanisch eiland. We liggen niet heel comfortabel tegen een havenmuur, maar als we over die muur kijken zien we heel veel schuimkopjes. Dan liggen we hier toch goed beschermd. Jonathan is meteen in de weer met bellen en uitzoeken. Het is vandaag zaterdag en op zaterdag (en zondag) wordt hier in de haven niet gewerkt. Dat is geen nieuws, algemeen bekend, maar daardoor niet minder irritant. Deze plek hadden we uitgezocht omdat ze een bootlift zouden hebben die de 14.000 kg (misschien wel 15.000 kg met al die boodschappen) kan tillen. En die lift is er. Maar met een catamaran moet je ook op de breedte van de lift letten. En dat kunnen we zelf wel even bekijken. Helaas blijkt die dus te smal. We kunnen hier dus niets anders doen dan de hevige wind uitzitten. Als alternatief popt Tenerife op. Gedurende de ochtend ontstaat het plan om maandag in de loop van de dag te vertrekken naar Tenerife, als de wind wat rustiger is. Maandagochtend kan Jonathan dan bellen met de reparateur en hopelijk een afspraak maken voor dinsdag. Hopelijk zijn we dan de vrijdag of maandag daarop klaar om weer te vertrekken. Dit is absoluut nog een plan in super-concept fase, maar wel het uitgangspunt voor de komende tijd. Terwijl we de boot eens even goed wassen, bedenken we wat we verder kunnen doen.
Want als je dan toch een verrassingseiland in je schoot geworpen krijgt, kun je het beter gaan verkennen. We lopen hier het dorp in en stellen vast dat je hier alleen kunt duiken. Niks mis met duiken, maar we zien nog genoeg water. De man van het VVV-kantoor vertelt ons dat we wel een auto kunnen huren, maar dan moeten we met de bus naar ander dorp. Wel een gedoe, maar ja, je wilt ontdekken of je wilt het niet. Jonathan besluit bij de boot te blijven. Omdat we hier hoog- en laagwater hebben en we aan kant vastliggen, is het goed om de lengte van de touwen goed in de gaten te houden. Wij kunnen dan de auto ophalen en later terugkomen naar de haven. Jonathan kan dan instappen en nog een stukje mee sight-see-en. Strak plan, toch?
Na de lunch stappen we om 14:10 uur op de bus. Gelukkig ziet Felix hem nog voorbij komen, anders hadden we hem gewoon gemist. Na een diepte-investering van EUR 1,17 per kaartje, mogen we een half uur naar buiten kijken terwijl we naar El Pinar rijden. Eenmaal daar zien we geen autoverhuur, maar vinden wel weer de VVV. Deze zeer vriendelijke dame helpt ons prima. Maar het blijkt dus dat we te vroeg de bus uit zijn gestapt. Ook al staat er El Pinar als eindstation op, hij rijdt toch weer door naar de hoofdstad van het eiland, waar onze huurauto klaar staat. Tsja, die geheimcode hadden wij niet begrepen en nu gaat de volgende bus om 19:30 uur. Voordat we dan daar zijn en de auto hebben, moeten we al weer terug. Poep! We besluiten om dan morgen maar een auto te regelen. Effe kijken wanneer er weer een bus terug gaat naar de haven. Nogmaals Poep! Pas om 19:00 uur. Dan moeten we ons nog ruim 4 uur vermaken in dit dorp. Omdat we toch bij de VVV staan, vragen we naar tips. En dan opent deze dame voor ons het lokale museum over vulkanen, stenen uit vulkanen en nog wat met vulkanen. Tsja, het is natuurlijk een heel bijzonder gebied, maar wij besluiten dat we onze aandacht en tijd ook wat in de plaatselijke horeca besteed moet worden.
We komen met een biertje en wijn aan een oud tafeltje te zitten. We denken dat we ook wat empanada’s hebben besteld, maar geheel duidelijk wordt dat niet. Het is wel heel leuk, want hier zijn alleen maar locals. We vallen echt op als toeristen. En dan komen toch die broodjes, superwarm en vers gemaakt. Ook krijgen we er sausjes bij, maar daar maakt Eric alleen maar een zooitje van als hij een peper-pitje met volle kracht door het knijpflestuutje knijpt. Hebben die locals ook weer een bezienswaardigheid…..
Na al dat smullen, besluiten we maar gewoon naar de boot te lopen. Volgens Felix en zijn telefoon is dit 2 uur wandelen. Alles bergaf, want we zijn met de bus alleen bergop gekomen. We vinden zelfs een route met een wit & geel blokje. Helemaal blij beginnen we met de afdaling. De route is heel goed aangegeven, maar helaas missen we alle 3 op een punt even de focus. Resultaat is een extra 3 km wandelen. Alles bij elkaar zijn we dan al een uur onderweg. Als we dan aan onze routesmurf vragen hoever we nog moeten, blijken we nog 2 uur en 15 minuten te moeten gaan. Uhhhh? Maar goed, we zetten ons beste beentje voor en houden de pas er goed in. Na een tijdje checken we weer bij Felix: nog steeds 2 uur en 15 minuten. Nou wordt het toch te gek! Maar ja, we kunnen er ook weinig aan doen. Inmiddels lopen we langs de hoofdweg (wat een mooie benaming is voor de enige weg naar onze haven) en we besluiten om te kijken of liften hier ook werkt. Eric zet zijn beste beentje voor. Telkens als er een auto komt, lacht hij voluit, trekt zijn jasje recht en steekt zijn duim op. En warempel! Na 10 keer proberen krijgen we een lift van een Spaans stel. Zij brengen ons helemaal naar de haven. Daar worden we heel blij van.
Eenmaal op het haventerrein gaan we nog even kijken met een superkano, waar je met 3 man op kan roeien. Voor en achter zijn 2 cabines gemaakt, waar 3 mensen kunnen slapen en je een hoop spullen kwijt kunt. We spreken de mensen en wat blijkt: ook zij gaan de Atlantische Oceaan oversteken! Nou, hier hebben wij echt diep respect voor. Ze koersen af op Guadeloupe, dus misschien zien we ze nog wel.
Terug op de Asteria moeten we nog even aan de Pirate Game. Gelukkig wint Jonathan deze keer niet, want hij werd er een beetje onuitstaanbaar van. Na eten en een douche, zit ik nu voor jullie dit veel langere stukje dan jullie verwachten te schrijven. De korte berichtjes zullen dus pas komen als we een nieuwe poging gaan wagen op de Oceaan.
Geef een antwoord